Verhalen uit ons gastenboek

Thea Spijkman maart-februari 2015

Dinsdag 3 februari 17.40 u aangekomen (door míj twintig minuten later; verwarrende situatie op vliegveld Boekarest). Vlada stond klaar met naambord in grote duidelijke letters. Ik werd heel hartelijk ontvangen en vervolgens gingen we, met Vazili als vaste chauffeur met het busje naar casa Sunrise, str Ion Creanga 31 te Straseni (spreek je uit als Straasjèn).

Ik ben naar het appartementgedeelte gebracht: twee aparte slaapkamers en een keuken/zitkamer. Na een bescheiden rondleiding in de rest van dit gebouw tevens een kennismaking met enkele medewerkers en een hartelijk welkomstwoord. Er stond ook wat eten voor me klaar en daarna heb ik kennis gemaakt met Yvette, een Amerikaanse -PeaceCorps vrijwilliger- die hier nu zo’n tweeënhalf jaar verblijft en waarmee ik het appartement deel.

De belangrijkste eerste dingen zijn me verteld door Vlada, maar ook door Yvette: zoals blaffende honden en kukelende hanen gedurende de gehele nacht. Hier kraaien de hanen niet bij het ochtendgloren: tegen een kip zou je zeggen “die is van de leg af”, maar deze hanen – ver weg en dichtbij – zijn ook afgedwaald. De eerste nacht viel het me reuze mee met al die aangekondigde geluiden, maar de derde nacht begreep ik wat Yvette bedoelde. Hier lopen zeer veel zwerfhonden en dat blaft tegen elkaar op. De hanen lijken daar mee te willen concurreren. Goed om te weten dat het er zo voorstaat, maakt het wat makkelijker om je er bij neer te leggen.

De douche zou er volgens Yvette vier minuten overdoen voordat die warm is, en ook dat is niet teveel gezegd. Ook adviseerde ze me niet tussen 8.00 en 15.00 uur te douchen omdat dan de gasten/cliënten van buiten komen om te douchen en de druk op het water wegvalt. En wat een bezoeker ook moet weten: hier zijn wel wc’s, maar het rioolsysteem kan geen toiletpapier aan en dat moet je dan dus in een prullenbak doen. Ik kende het al van een bezoek aan Kosovo, maar het is echt even wennen.

Woensdag 4 februari maak ik kennis met de gasten/cliënten die in het dagcentrum komen: iedereen wordt even bij elkaar geroepen in de grootste woonkamer en krijgen ze te horen wie ik ben en dat ik “volunteer” ben, iets waar zij wel bekend mee zijn. Ook hier allemaal heel vriendelijk en het gaat er erg gemoedelijk aan toe.

Zij zijn er deze dag om te douchen, verschonen, hun was te laten wassen en vervolgens na een maaltijd om 13.00 uur weer thuis afgezet te worden door Vazili. Tijdens de ‘lege uurtjes’ ontmoeten ze elkaar in twee woonkamers, kunnen er tv kijken, een kaartje leggen, domino doen, schaken of andere creatieve bezigheden doen. Het gaat er onderling allemaal vriendschappelijk aan toe ook al zijn ze met zo’n dertig personen op een vrij klein oppervlak.

Verder bekijk ik het bejaardenhuis Spectrum, het verblijf waar twintig ouderen wonen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Enkelen zijn blind of soms slechthorend én blind, sommigen bedlegerig, maar ook enkelen die zich nog redelijk redden. Het komt ook hier gewoon rustig en vriendelijk over, ook hoe het is ingericht.

Later gaan Vlada en ik naar het centrum van Straseni en maakt ze mij daar een beetje wegwijs. Alhoewel het niet echt ver is, zijn we gebracht en gehaald door Vazili. ’s Middags ga ik zelf die kant op en loop er zo even rond. Dan kom ik ene Rodika, een wildvreemde tegen in een winkel waar zij voor haar werk als boekhoudster moet zijn. Zij is daar dan de enige die Engels spreekt en helpt me sudoku’s te vinden. We zijn bijna alle mogelijkheden in Straseni-centrum (5 à 7 mogelijke verkooppunten) langs geweest, maar helaas niet geslaagd. Zij moest weer naar haar werk en ik beloof haar een kopje koffie als we elkaar weer tegenkomen en ze er tijd voor heeft. Met Vlada had ik gisteren een kopje koffie gedaan in een nieuw zaakje. Naar Hollandse begrippen zag het er een beetje triest uit en saai uit.

De volgende morgen ga ik mee met de Home-caregroep: Ion, Viorica en Andrei. Dit is een soort thuishulp, waarbij het hoogstnoodzakelijke wordt gedaan en een beetje persoonlijke verzorging. Wat je ziet, kun je je niet voorstellen. Ik heb het een en ander ruim twee jaar geleden al gezien in Moldavië; in Florestie en nabij Rezina. Hier is het hetzelfde. Er is vaak één stoel beschikbaar, een doorgezakt spiraalbed, een misschien wel 50 jaar oud matras van amper nog twee centimeter dik en de kleur mag je raden. Verder nog een klein keukentafeltje met enkele stuks bestek en servies, een kachel en kooktoestel ineen. Op de vloer zijl of hout en soms een kleed. Armer kan haast niet.

Wij doen de vloer; gaan vegen met een soort van handbezem, vloer dweilen, kleden kloppen en eventueel ook een deken. Het water moet uit een put aan de straat gehaald worden. Alles gaat dus met koud water. Deze medewerkers hebben aandacht en liefde voor deze mensen. Bij een enkeling moet je net doen of je niets van de incontinentie ruikt. Twee van de cliënten zijn tevens blind. Wc schoonmaken hoeft niet, een douche ook niet. Een wc komt neer op een bouwvallig hokje, met of zonder deur, verderop in de tuin, en is niet meer dan een gat in de grond. En dat is dan al aardig wat, want Viorica wist me te vertellen dat dat er ook niet altijd is. Ze vangen dan alles op en vervolgens gaat het ergens in de tuin: en heet goede compost! De tuinen zijn ook niet van Nederlands formaat, maar vier tot acht keer zo groot.

Naast enige persoonlijke en huishoudelijk verzorging wordt er brood, spaghetti, olie, biscuits en soms iets warms gegeven om er de komende dagen van te leven. Deze dag schijnt de zon en is het 6⁰C, zo’n twintig graden warmer dan gebruikelijk in deze periode.

Tegen 14.00 uur zijn we weer terug voor de lunch. We zijn dan bij vier personen geweest en hebben halsbrekende toeren moeten uithalen per auto door dikke lagen modder, en wat echt niet met de auto kon, per voet: glijdend, slippend en soms elkaar ondersteunend, heuvel af, heuvel op. ’s Middags ben ik te moe om nog iets te ondernemen. Zo’n 80 tot 90% over heel Moldavië zijn de wegen onverhard en in zeer, zeer slechte staat. Bij en vorig bezoek aan Moldavië had Diana (Nederlandse) al gezegd: het eerste wat je hier leert is band verwisselen, want 1x per 3 maanden moet je een band verwisselen. De slechte wegen die je hier vindt, vindt je echt nergens in Nederland, ook niet op privé terrein. De meeste verharde wegen kom je in een stad tegen met een enkele ‘snelweg’ aangelegd met buitenlands geld.

Tussendoor doe ik wat aan de Roemeense taal.

Wat zeker voor deze dag de moeite waard is te vertellen, is dat we op de heenweg een stoet mensen tegen kwamen met in hun handen diverse spullen, plastic bloem en vaak iets als brood, één zelfs met een nog levende kip. Daar was in hun midden een tractor met kar, waarop een open kist en in die kist zichtbaar de overledene. Dit was dus een begrafenisstoet. Ook wisten Andrei en Ion het huis aan te wijzen waar de overledene woonde.

Vrijdag 6 februari staat er een fashionshow hier intern op het programma. Iedereen bereidt zich erop voor en ook het personeel, voor zover uniform niet noodzakelijk is, ziet er extra verzorgd uit. Ik word er ook een beetje bij betrokken. Ze zijn zelf allemaal heel enthousiast en dat heeft naar iedereen een aanstekelijke uitwerking. Enkele dames en heren van dit centrum (ouderen dus) zijn de mannequins.  Ze worden opgemaakt en geïnstrueerd hoe ze moeten lopen. Er wordt een waar feestje van gemaakt met een korte pauze waarin gedanst wordt. Dit alles is opgenomen door de omroep en zal op tv uitgezonden worden. De medewerkers vonden dit alles boven verwachting geslaagd en hadden zeker zoveel plezier aan het hele gebeuren als de gasten/cliënten.

Zaterdag 7 februari ’s Morgens ben ik na ontbijt naar centrum van Straseni gelopen. Dat is niet ver en ook was er markt. Daar zag ik een soort swiffer, die leek me in vele opzichten handiger dan de mop waarmee de homecare-groep werkt. Deze heb ik dus maar gekocht en ik hoor wel of ze er blij mee zijn.

’s Middags in Spectrum even met de afwas geholpen. De ouderen lagen allemaal op bed en zouden er pas om een uur of vier uit komen. Vervolgens heb ik met Aurica een bakje koffie gedaan op mijn voorstel en heb haar daarna geholpen met aardappels schillen.

Ik denk dat ik kort na vieren weer naar Spectrum zal gaan en kijken of daar iets samen te doen is met de ouderen.

Na vieren ga ik met een puzzel van kleine puzzelstukjes naar Spectrum. Het is een leuke puzzel met boerderijdieren, maar vrij snel blijkt dat deze ouderen te slechte ogen hebben en vaak ook de motoriek niet meer om met kleine puzzelstukjes (voor ons normaal) om te gaan. Verstaan doen we elkaar niet. Wel doe ik nog een paar spelletjes dammen met een van hen.

Zondag: Afgesproken is dat de man van een medewerkster, Elvira, mij meeneemt naar de baptistenkerk. Dat blijkt vijf minuten lopen hier vandaan. Ook blijkt dat mannen en vrouwen niet bijelkaar in de banken gaan zitten. Rechts zie ik alleen maar vrouwen, eventueel met kind, links de mannen en nog twee rijen voor vrouwen. Er komt een Moldavische naast me zitten die enigszins Engels spreekt. Ik versta van alles gedurende de twee-urige dienst drie woorden. Een deel gaat in het Roemeens/Moldavisch en een deel voor de Russisch sprekenden in het Russisch. Tussendoor zingt een koor en dat is werkelijk héél erg mooi. Ook om mij heen hoor ik mooie stemmen als er een psalm wordt gezongen. Wat wel opvalt, hoewel alles strak en ordelijk lijkt te verlopen, kinderen soms toch van hun vader naar hun moeder gaan, of omgekeerd en soms gaat er iemand tussendoor naar buiten (?). Er wordt voor mij niet vertaald, wat ik ook niet verwachtte, al wordt wel het bijbelgedeelte genoemd door mijn ‘buurvrouw’. Zij blijkt in Amerika te zijn geweest voor haar slechte zicht. Helaas hebben ze haar niet kunnen helpen. Zij kan niet zonder begeleiding lopen en is ongeveer 45 jaar.

Dinsdag 10 februari: Vandaag ga ik met Natasja (er zijn er hier meer die zo heten) naar de MMM-projecten: Max Maakt Mogelijk.

Degenen die we bezoeken leven in veel betere omstandigheden dan de anderen van de homecare-groep. Toch kun je ook dit nog niet vergelijken met Nederlandse omstandigheden. Hier en daar is een raam of deur met dubbelglas geplaatst of is een goed matras geleverd. Nog steeds zie ik geen wc en ik denk ook nog steeds stromend water. Natasja knipt van diverse mensen het haar en levert warm eten en nog enkele andere voedingswaren. Vaak levert daarbij tevens de benodigde medicijnen met voorschrift en tekent dit alles aan in een schrift, waar ik gewezen wordt op de naam van Taco Slagter. Een van hen krijgt zelfs nu nog tranen in haar ogen als ze het over hun hulp heeft, van MMM. Deze mensen lijken zich allemaal echt gelukkig.

Donderdag 12 februari: Vlada zou mij vandaag meenemen naar de hoofdstad van Moldavië, Chisinau (klinkt als kiesjenauw), met openbaar vervoer. Helaas heeft ze zich ziek moeten melden wegens griep. Ik ga daarom mee met het homecare-team. Vandaag bestaande uit Ion en Viorica. Andrei heeft ambulancedienst, zijn gewone beroep, evenals Ion.

Vrijdag 13 februari: Beetje feestje vanwege Valentijnsdag.

Zaterdag 14 februari: Ik doe een wasje en ga ’s middags nog even het centrum in. Naar Hollandse begrippen stelt het niet veel voor en echt ‘winkelen’ kun je er niet. Maar ik heb even beweging en frisse lucht gehad. ’s Middags ben ik nog even naar het bejaardenhuis geweest en nam enkele bladzijden mee uit een dik sudoku-boek mee. Men had verteld dat de dame waar ik vorige week mee damde, goed in sudoku’s was. Ik nam daarom de wat moeilijker mee. Ze was er heel blij mee en ging gelijk aan de slag. Wel zag ik dat ze zo haar eigen werkwijze had en een enkel blokje leeg laten omdat het anders niet ‘klopte’ hoorde daar ook bij.

Zondag 15 februari: Ik bezoek opnieuw de Baptistengemeente. Iemand die me eerder had gezien vraagt of ik Engelse ben (of zoiets) en ik bevestig dat. Daarop benadert hij een man en die komt naast me zitten. Hij stelt zich voor en spreekt zeer goed Engels, zeker voor een Moldaaf of Roemeen. Hij probeert tijdens de dienst zoveel mogelijk voor me te vertalen. Hij heet Vitali, is getrouwd en heeft 4 kinderen. Vriendelijke man, en dankzij de vertaling duurde de dienst (2 uur) naar gevoel niet zolang als vorige week. Ook vroeg ik hem hoe het zat met vrouwen en mannen niet in dezelfde bank. Dat schijnt niet echt strikt te zijn, maar meer nog een gewoonte. Er wordt ook gebeden voor een kind dat zo’n zes weken oud zal zijn. Wij noemen dat opdragen aan God, voor een zegen. Hier is er een preek aan gewijd en daarna knielen de ouders en spreken om de beurt een gebed uit. Tijdens dat gebed heeft een van de leiders van de kerk het kind in de armen en feliciteerd tenslotte, kussend, de ouders.

Maandag 16 februari: ’s Morgens ben ik in het dagcentrum. De bedoeling van Natasja, de activiteitenbegeleidster, dat ik zou helpen met bezigheden met looms (kleine plastic ringetjes). Maar er komt nog een Natasja (van MMM-project) om de hoek met een tas vol spullen om de dames een beetje ‘op te kleuren’. Zij knipt van diverse mensen het haar, en verzorgt ook een haarkleuring. Sommigen krijgen make-up op en, waar ik ook bij help, een nagellak op de nagels.

Allemaal wel grappig hoe dat zo te werk gaat. Men heeft er wel lol in.

Ik doe eindelijk weer iets aan Roemeense les. Het heeft me een poosje tegengestaan, waarschijnlijk is het even teveel van het goede geweest.

Dinsdag 17 februari: ’s Morgens ga ik rond tien uur met Andrei en Viorica mee naar enkele dorpjes 40 minuten verderop. We bezoeken tenslotte (tot lunchtijd) vier personen. Bij enkelen ben ik eerder geweest. Een van hen had de vorige keer lekkere kippensoep voor ons met brood. Nu had ze ook het een en ander voor ons gemaakt. Toen we aankwamen had ze ons niet direct door, maar was ze iets buiten met hout aan het doen. Andrei heeft voor haar stokken van takken gemaakt die dienen voor bonen- en tomaten staken.  Daar was deze mevrouw waarschijnlijk zelf mee bezig toen we aankwamen. We komen ook bij iemand die in de loop der jaren blind is geworden. Ik hoor haar niet klagen, maar ze verteld wel het een en ander dat haar tranen geeft. Verstaan doe ik er dus niets van. Ik denk dat ze het er gewoon zwaar mee heeft. Ik veeg en mop de vloer zover als dat gaat en onderwijl voert Viorica haar door haarzelf bereide soep. Met gewoon een beetje aandacht zijn degenen die we bezoeken al heel erg blij en als hun huisje nét even schoner is dan het was helemaal. Je kunt dit absoluut niet vergelijken met een Nederlands huisje: doorgaans zijn het krotten. Ook komen we op een ‘kruising’ jongetje tegen van rond de 11 jar, die Andrei kennelijk kent. Andrei geeft hem een nieuw (tweede hands, denk ik) overhemd. Hij is er beslist blij mee, maar voelt zich kennelijk zo ellendig dat hij ook voor een foto niet blij kan kijken. Van Andrei hoor ik in de auto dat zijn vader en moeder aan de alcohol zijn en hij een lichte verstandelijke beperking heeft.

Rond 14.00 uur zijn we weer terug op de basis voor de lunch. Voor mij zit het erop, langer red ik het niet met mijn rug, maar de andere twee bezoeken vanmiddag nog vier personen. Al heb ik nagenoeg niets gedaan, toch ben ik moe. Ik ga er zo langzamerhand maar vanuit dat het met mijn leeftijd te maken heeft. Ook merk ik bij het wandelen, dat het hier op een of andere manier zeer zwaar loopt. Yvette vertelde me dat zij ook een dergelijk iets ervaarde in de eerste tijd (misschien nog wel). Als zij naar de hoofdstad was geweest (openbaar vervoer) dan moest ze twee dagen bijkomen. Nou, zo groot en indrukwekkend is Chisenau nu ook weer niet. Misschien heeft het te maken met een andere lucht(?).

Woensdag 18 februari: Ik ga vandaag weer mee met het homecare-team. We bezoeken uiteindelijk vijf adressen op deze morgen. Het is overal waar we komen even arm en armetierig, klein en vuil, maar veel schoner is het door de omstandigheden ook niet te krijgen: net dweilen met de kraan open. Wil je het schoner hebben, dan is er bijvoorbeeld nieuwe vloerbedekking nodig. Daar hebben deze mensen het geld niet voor. Waar we komen laten we ook zoals gewoonlijk voedsel en melk achter. Bij sommigen gaan we de vloer vegen en dweilen de vaak ernstig vuile en versleten vloerkleden kloppen. Te hard kloppen kan ze verder doen rafelen of scheuren. Toch geeft dit een gevoel van enige aandacht en verzorging aan de bewoner(s), van wie bijna allen die wij deze ochtend bezoeken halfzijdig verlamd of anders zeer immobiel zijn, twee van hen bedlegerig. Een van hen krijgt het bewijs voor inschrijving voor het ontvangen van een pensioen. Wat ik begreep komt dat neer op zo’n € 20 per maand. De kleindochter van een (overleden?) zus zorgt een beetje voor haar en daarmee mag ze zich echt gelukkig prijzen. Zijzelf heeft geen echtgenoot of kinderen. Bij een ander blijkt de eigen dochter steeds bij de schapen buiten te trekken en twee kleinkinderen wonen bij haar in. Daar liggen de onderlinge verhoudingen nogal moeilijk, vertelt Viorica mij. En zo is het bijna altijd bij diegenen die we bezoeken: alcoholisme, geen man of kinderen en als ze er zijn vaak gecompliceerde omstandigheden.

Donderdag 19 februari: Met Eugenia mee naar MMM-projecten. De vorige keer ging ik met Natasja mee en kwam bij mensen die er in vergelijking met veel eenzame ouderen er net even iets beter bij zitten, maar de mensen die ik nu met Eugenia bezoek zijn niet veel beter af dan degenen van homecare-zorg. Aan ‘huishoudelijke’ zorg hoeven we bijna niets te doen. Het is voornamelijk iedereen van een warme maaltijd te voorzien (klaargemaakt in het centrum en in goed sluitende plastic bakjes meegegeven). Verder wordt er enige medische zorg geleverd. Bij een van hen moet gehakt hout verplaatst worden naar een plekje iets meer achter het huis en dat betekent: sjouwen! Ook dat hoort er kennelijk bij.

vrijdag 20 februari: Weer op stap met het homecare-team. Andrei neemt wegwerpwashandjes mee die ik uit Nederland heb meegenomen. Deze zijn geprepareerd met vocht, worden ook in sommige ziekenhuizen in Nederland gebruikt. Je hebt geen water nodig en je hoeft je ook niet af te drogen. Hij wast zo enkele mensen het gezicht en handen en vraagt of ze het prettig vinden. Vaak zie je dat al wanneer hij daarmee bezig is. En… soms alleen al van het gezicht een zichtbaar resultaat op het washandje te zien. Dit betrof vooral een oude vrouw die blind en bedlegerig is. En omdat er met hout gestookt wordt, het oppervlak van de kamer 2,5 x 3m is, valt er stof door de kachel op haar gezicht. Bij haar in huis woont een dochter, maar die is verstandelijk wat achter. Het was er ook killetjes in huis en dat was omdat de kachel (nog?) niet aan was. Dat verzorgt Viorica dus en maakt van water dat op de kachel/kooktoestel verwarmd is en twee lege plastic flessen tenslotte twee kruiken voor deze vrouw. De dochter heeft bruine handen van het vuil. Handen wassen kennen ze hier niet zo erg. Maar ook zij krijgt een miniwasbeurt van Andrei. Dit was zo maar even één van de bezoeken.

Zaterdag ga ik met Vlada op weg naar Chisinau eerst even bij het plaatselijke postkantoor langs om te vragen of het pakketje dat mijn zus vorige week woensdag heeft verstuurd is aangekomen. Nee dus, dat doet er twee weken over. Om kort te gaan, aan het eind van de dag koop ik een paar tulpen (jawel!) en vertel Vlada dat die er echt geen twee weken over hebben gedaan. Daar moet ze om lachen, maar zegt ook dat daar niets in te verstoppen valt. Een pakketje kan voor het bij de ontvanger komt wel 5x (dus steeds door andere instanties) gecontroleerd worden op inhoud: geopend worden dus.

zondag neem ik een rustdag, ook van kerkbezoek.

maandag 23 februari: Vandaag met homecare-team naar voor mij nieuwe adressen. Een ervan is ook voor het homecare-team nieuw. Ik meende zo’n beetje het ergste al gezien te hebben, maar vandaag was het bij drie van de vijf nog erger. Hondenpoep verspreid over de grond (gelukkig meeste uitgedroogd) weggeveegd. Bij een ander was er sprake van eigen ontlasting niet ‘op de juiste manier’ afvoeren. Ik walgde daar echt van, dat iemand het zover laat komen. Andrei en Viorica lichten weleens iets van de situatie toe, soms is er ook iets in de taal dat je je afvraagt “bedoelt ie dat” maar wil je daar niet eens verder bij nadenken, want dan ga je ter plekke over je nek. Maar wat ik bij een oudere zag was een zwart, deels doorgezakt plafond en ook alle muren zwart, van de rook. De vloer was gewoon verharde (buiten)grond, een bed met spiraal, maar geen matras, alleen een slaapzaak en nog iets. De man slaapt dus op een spiraal. Verder zoals gebruikelijk: klein keukentafeltje, een overduidelijk versleten kachel/stoof en een voorraad hout. Voor mij gelijk aan een varkensstal. Later vertelde ik Yvette hiervan en zij zei dat je niet weet hoe zoiets gelegenheid krijgt te ontstaan: misschien slecht voor kinderen geweest, alcoholisme, pure armoe, ook bij familie, misschien andere familieproblemen e.d. Dit was voor het homecare-team hun eerste bezoek en we hebben nagenoeg niets gedaan. Andrei heeft de bloeddruk opgenomen van deze persoon, die bij onze komst nog volop en diep weggedoken in/onder de slaapzak lag te slapen. Je hoeft bij deze mensen geen stukje schoon huid te verwachten en dat is ook wat je direct in het gezicht ziet: enigszins ‘donker’getinte huid. Ik denk dat deze mensonterende situaties en het (ook soort) vuil me op een of andere manier heeft uitgeput. Viorica en Andrei, en waarschijnlijk ook Ion, lijken hier toch redelijk makkelijk overheen te stappen. Mij lukte het niet en dat blijkt dan vaak pas wat later.

Dinsdag/woensdag 24/25 februari: Ik heb nu net twee dagen (buiten weekend om) wat rust genomen. Ik vind dat ik echt niet veel doe, maar toch word ik behoorlijk moe. Zal deels toch ook wel aan het klimaat liggen, ’s nachts geblaf van honden en kraaiende hanen en ik denk toch ook de zéér, zéér trieste leefsituaties van sommigen. Een varkenshok komt er dicht bij. Puur overleven, maar soms ook heel erg vies met uitwerpselen van hond of kat of zelfs bewoner (één keer een weinig, maar meer dan genoeg). Handen wassen kennen ze hier niet, ik bedoel dan diegenen die homecare-team bezoekt. De handen en zover zichtbaar ook voeten hebben een zichtbare laag vuil en die krijg je er ook niet zomaar af. In dit centrum zijn ze echt heel netjes en wordt er iedere dag gedweild enz. Jezelf wassen in de winter is er bijna niet bij, want het is te koud. Toch ruik je hen bijna niet, dus dat is weer een meevaller, behalve waar het incontinentie betreft.

Een pakketje 10x10x5 cm door mijn zus uit Nederland opgestuurd heb ik vandaag van het postkantoor opgehaald. Afgelopen zaterdag hadden Vlada en ik er nog naar gevraagd, maar toen was het nog niet aangekomen. Zoiets doet er zo’n 14 dagen over; het wordt gecontroleerd, gecontroleerd en gecontroleerd, waar het allemaal langs komt. Da’s dus een weet. Een kaart kan wel iets sneller gaan, is me verteld.

Donderdag 26 februari: Vandaag gaan we weer naar Scoursi, waar we naast bezoeken ook uitgebreid inkopen doen: matras, tafelzeil, emmers, kleding, bedlinnen. Dit is in belangrijke mate – op mijn voorstel – bedoeld voor de man in het “zwarte huis”, maar ook voor een enkele bewoner in deze plaats.

vrijdag 27 februari: Vandaag blijf ik in het centrum. Er is iets georganiseerd rondom de bekends en meest geliefde schrijver/poëet van Moldavië. Alle bezoekers zitten om 11.00 uur klaar in de woonkamer, die omgebouwd is tot theater; zo’n 35 personen zitten er. Er worden gedichten voorgedragen en tussendoor gezongen.

’s Middags ga ik spontaan mee naar Chisinau en is er een kans dat ik met Yvette, die daar is voor een meeting, mee terug kan reizen. Terwijl ik al even in Chisinau rondloop kom ik Veronica tegen die me verteld dat Yvette direct na de meeting met de minibus naar Straseni terug moet. Dat red ik waarschijnlijk niet en het is te mooi weer om daarvoor te haasten. Ik ben aardig voorgelicht hoe ik terug moet reizen, dus ik moet me redden. Dat verzeker ik ook Veronica. Niet lang daarna ga ik in een rustig tempo met de trolleybus naar de opstapplaats voor de minibus. Ik zie op een busje Straseni staan en stap daar in. Hier is het wachten tot de bus vol is voor die vertrekt. Maar in plaats van de 10 Lei die het volgens Vlada moet kosten, wordt me 23 Lei gevraagd. Ik laat het maar voor wat het is en zit lange tijd in een overvolle bus zonder enige ventilatie. Het zweet loopt in straaltjes van mijn gezicht. Als ik het idee krijg dat het toch wel een beetje lang duurt, vraag ik iemand voorin “Straseni?”. Dan zegt de chauffeur dat we naar Cala…. en dat Straseni nog een uur duurt (in Roemeens). Daarmee weet ik dat ik in de verkeerde bus zit. Later blijkt dat deze wel langs Straseni ging en ik op de juiste plek had kunnen uitstappen, maar dan had de buschauffeur dat vooraf moeten weten (is hier niet de gewoonte), maar ik had ook niets herkend. Nu zat ik ook rechts naar buiten te kijken en alle andere keren ook rechts, maar dat was in de tegenovergestelde richting. In Cala…. word ik door de buschauffeur verwezen naar een andere buschauffeur die me zijn bus aanwijst om daarin plaats te nemen. Uiteindelijk ben ik tegen zevenen thuis en ben anderhalf uur onderweg geweest. Hier begon men ongerust te worden en ook ’s maandags kwamen ze erop terug. En ik zei dan; zo snel ben ik niet in paniek en anders heb ik nog geld voor een taxi (voor zo’n 45 km). Ook vertelde ik hen dat het helemaal niet zo erg was, want als het deze keer niet verkeerd was gegaan, was de kans groot dat het een volgende keer fout zou gaan. Nu weet ik waar ik op moet letten; Chisinau – Straseni, beide plaatsnamen in grote zwarte letters en niet in kleine rode, zoals deze keer het geval was. Ook werd me verteld dat de juiste minibus dwars staat geparkeerd ten opzichte van alle andere minibusjes. Voor wie mogelijk wel eens laat thuis wil komen: hier heb je beslist een zaklantaarn nodig, want de onverharde weg is zeer hobbelig en er is geen straatverlichting. Dit keer had ik mazzel: de maan scheen. Evengoed nog moeilijk te zien waar je je voet kunt neerzetten, maar het hielp wel.

Zaterdag 28 februari: Niet veel bijzonders gedaan. ’s Middags even het centrum in en daarna naar Het Spectrum, gewapend met een sudoku-boekje. Ik heb opnieuw laten zien hoe het werkt door zelf met soort van uitleg hoe je foutloos kunt volmaken. Ik kreeg de indruk dat deze dame daar best voor te vinden was en dat ze – zeker het boekje – leuk vond.

Zondag 1 maart: 1 maart wordt hier gevierd als eerste lentedag en geeft men elkaar een rood-wit zelfgemaakte kleinigheid.

Ik ga om 10.00 uur naar de dienst in de Baptistengemeente. Daar komt opnieuw mijn vorige “vertaler” naast me zitten. Deze dag is er avondmaal.

Maandag 2 maart: Vandaag ga ik op weg met Andrei en Viorica, waar we onder anderen de man in het zwarte huis zullen bezoeken. Hij krijgt een nieuw matras, een emaille emmer met deksel en nog een klein formaat teil, naast voedsel en een dekbed. Het spiraal van het bed vertoont gaten en voordat het matras er op kan, legt Andei er eerst enkele planken van buiten op, zodat het matras niet gelijk doorzakt. Er wordt ook een redelijk ruim vloerkleed gelegd. Met het nieuwe tafelzeil samen gelijk een ander gezicht. Deze man blijkt niet te drinken of te roken. Waarom deze situatie zo is ontstaan weet ik niet. Hij is niet echt in staat om op z’n benen te lopen en amper te staan. Andrei wijst me nog op een pan zonder deksel waar een of andere brij inzit en zegt daarbij: chickenfood. Later vraag ik Andrei: at deze man dit kippenvoer? Ja dus. Van homecare-team heeft hij nu brood, melk, aardappelen en nog wat andere levensmiddelen gekregen. Viorica geeft hem wat melk te drinken. Kennelijk heeft hij honger want hij is niet gestopt met eten als we weer vertrekken. In de auto hebben we het over dat ‘chikkenfood’ en zeg ik dat ik gisteravond ook chickenfood heb gegeten: popcorn. Maar het is natuurlijk niet te vergelijken.

Als we ook bij een vorige week bezochte cliënt komen, geef ik aan dat ik liever in de auto blijf. Dat is voor hun geen enkel bezwaar. Dit was het adres waar ik me een aantal dagen vervelend van heb gevoeld: menselijke vervuiling, ik heb de neiging te denken: uit onwil.

Als Andrei en Viorica terugkomen van dit bezoek, bied ik hun mijn excuses aan, maar Viorica zegt: “nee, wij zijn jou excuses verschuldigd omdat wij je meegenomen hebben in deze situatie waar jij je naar door bent gaan voelen”. En dit typeert dit team, maar naar mijn idee alle medewerkers van dit centrum. Ik vraag nog hoe het met deze man was: murdar, murdar, very murdar/bad. murdar = vuil. Ik ben blij dat ik niet meegegaan ben, maar in de auto ben blijven zitten.

Woensdag 4 maart 2015: Ik mag met twee anderen, Viorica en Claudia, mee naar een folklore (dans)uitvoering in Straseni. Dit is georganiseerd voor Womensday (8 maart). Bij binnenkomst krijgen we allemaal een klein rood-wit gehaakte applicatie en een rode tulp. De zaal zit vol met nagenoeg allemaal vrouwen. De openingsdans is uitgevoerd door de choreograaf van het centrum. Daarna worden de dansen uitgevoerd door een professionele dansgroep die over de hele reist. Het is zeer de moeite waard geweest. Ik voel me af en toe een beetje raar in mijn hoofd, maar weet niet waar het vandaan komt. ’s Avonds bij het naar bed gaan lijk ik koorts te hebben en de volgende dag lijkt de verkoudheid echt een feit. Deze dag komt ook een Nederlandse aan, een verpleegkundige die net met vervroegd pensioen is gegaan en nu hier zo’n twaalf dagen zal blijven. Ik meld me af voor het homecare-team en blijf voornamelijk op m’n kamer, ook omdat er hier allemaal -kwetsbare- ouderen zijn. ’s Avonds heb ik zeker koorts en blijf de dagen daarna consequent op mijn kamer, in bed. Ik houd het op een stevige verkoudheid. Vrijdags biedt Veronica aan de dokter te voor me te willen bellen, maar ik geef aan dat dat niet nodig is, zou ik in Nederland ook niet doen, maar als zij het voor haar geruststelling wil, mag ze bellen. Voor haar hoeft het niet, maar ze wil (’t wordt weekend) wel graag horen als er toch iets is. Ik word goed verzorgd, ook mede door Janny (Nederlandse verpleegkundige). ’s Zondagmorgen heb ik mijn twijfels over mijn gezondheid en heb het idee dat het de verkeerde kant op gaat. In overleg met Yvette en telefonisch overleg met Veronica wordt een arts opgeroepen (de ambulancedienst, collega’s van Andrej en Ion). Deze constateert bronchitis en ik krijg een en ander voorgeschreven; géén antibiotica, want “dat had alleen zin als ik daarmee in de eerste twee dagen van ziek worden was begonnen”. Dat komt ons Nederlanders vreemd over, maar zo’n antibiotica-fan ben ik nu ook niet. Verrassend komt Andrei (op z’n vrije zondag!) mij de medicijnen brengen. Hij lijkt er een beetje geschrokken uit te zien. Pas die dag en de dagen daarna heb ik door dat ik echt ziek ben, al is het niet heel ernstig. Ook komen er iedere dag wel verschillende medewerkers mij op de kamer bezoeken. Ik plan mijn terugreis een week eerder, dezelfde vlucht terug als Janny. Dit wordt geregeld door Vlada en Claudia. Tegen die tijd zal ik voldoende opgeknapt zijn en heeft toch nog een week langer blijven weinig zin, omdat ik nog niet ingezet kan worden. Ook begin ik te verlangen naar Hollandse kost.

Aan het eind van de week ben ik voldoende opgeknapt om me af en toe buiten mijn slaapkamer te begeven en tenslotte ook even Straseni in te gaan. Dit doe ik samen met Janny en, zelfs voor dat korte stukje, met de taxi in verband met mijn conditie. Het kost ook nagenoeg niets. Zo bereiden we ook alvast het aanstaande afscheid voor; dinsdag 17 maart.

Maandag 16 maart: Er is om een uur of elf ’s morgens een afscheidsbijeenkomst voor Janny en mij georganiseerd. Door de beneficiërs (ouderen/bezoekers) worden we volop toegezongen en krijgen we een afscheidscadeautje. Wij trakteren hen op bonbons en bedanken hen voor hun warme vriendelijkheid. ’s Middags nemen we afscheid van de op dat moment aanwezige medewerkers, de oudere bewoners van het centrum en hun verzorgers aldaar.

Op dinsdagmorgen om half zeven staan Janny en ik helemaal klaar voor vertrek en brengt Vasili ons naar het vliegveld. Daar gaat niets eerder open dan om 8.00 uur. Daarna begint alles te lopen, bagage inchecken, controle van handbagage en lichaam (door poortje) enz. De gehele reis verloopt prima en Janny lijkt zich toch makkelijker te bewegen op onbekend terrein dan ik. Ik kom op plekken die ik – door verwarrende situaties – waar ik niet eerder ben geweest op vliegveld Boekarest. Ik word door Janny en haar man vanaf station Lelystad thuisgebracht. Ik doe er nog twee weken over om mijn koffers op te ruimen, deels omdat ik nog niet in orde ben. Thuis ben ik – mede op aandringen van Vlada en Janny – bij de huisarts langs geweest die me alsnog een antibioticakuur heeft voorgeschreven voor de bronchitis, die nog niet helemaal weg was. Omdat ik ook andere lichamelijke klachten had, wordt ook bloedonderzoek gedaan. Afwachten wat daar uit komt.

Heeft dit laatste allemaal een domper op mijn ervaring in Moldavië gezet? Nee, allerminst. Ik heb daar een zeer goede tijd gehad. In veel opzichten is de situatie erger dan ik dacht, veel wijdverspreider, maar per persoon soms ook veel ernstiger; op sterven na dood. De beelden van Max Maakt Mogelijk laten nog niet de ergste gevallen zien. Het treft niet een enkeling, hier en daar iemand, maar zeer, zeer velen, terwijl je denkt dat MMM die enkele, meest extreme situaties laat zien. Ik heb Katja, degene die het homecare-team (totaal zo’n 11 mensen) aanstuurt, mijn dagboek in het Engels toegestuurd. Zij had namelijk gevraagd om een veslag(je!) van mijn ervaringen. Het hele dagboek bleek dus niet wat ze bedoelde, want “die situaties zijn voor ons niets nieuws”, met andere woorden: dit is wat zij als organisatie bijna voortdurend tegenkomen. Alleen op termijn verbetert soms de situatie van deze hulpbehoevenden en is de ergste nood geledigd en lijkt het, hoewel arm en niet vergelijkbaar naar Nederlandse normen, in ieder geval leefbaar(der) voor betrokkenen.

Ik heb ervaren dat de mensen zeer vriendelijk zijn, ze met respect met je omgaan, ‘knuffelig’ zijn en dankbaar voor een beetje aandacht. Ook voor de medewerkers heb ik groot respect, zeker die van homecare, maar zij natuurlijk niet alleen. Maar ook zij toonden een warme, oprechte vriendelijkheid. Dat blijft je bij en dat doet je goed. Ik hoop dat Moldavië zich weet los te maken en houden van Russische invloeden en dat hun economie (ligt nu op z’n kont) weet op te bouwen en dat er goede wegen, riolering en water- en gasleidingen komen, om het de bewoners wat gemakkelijker te maken. Dat is wat ik hoop en bid.

Wat mezelf betreft

Ga ik nog weer terug naar Moldavië? Ik weet het nog niet. De mensen, en dan met name de medewerkers van deze organisatie, zijn het alleszins waard. Alleen, ik had andere plannen, ideeën waarom ik deze reis maakte: dit was voor mij een test om te kijken of ik in de toekomst me kon inzetten voor soortgelijk werk als dat van het homecare-team. En daar kwam ik ‘mezelf tegen’, dat wil zeggen: mijn lichamelijke beperkingen: van weinig doen nog moe worden, om maar iets te noemen. Ik geef deels de schuld aan het klimaat en de luchtkwaliteit, maar ik had ook nog het idee in mijn hoofd over mijn inzet als gezinshulp in Nederland zo’n 30 jaar geleden. Ja, ik ben nu dus 30 jaar ouder en mijn lichaam heeft dat laten weten. Sommige lichamelijke klachten had ik al wel in Nederland, maar daar nooit zo bij stilgestaan en afgedaan als ‘licht’. Ze werden nu echt een belemmering en zodoende moet ik mijn visie op mijn Moldavië-plannen herzien.


Augustus 2013: Henny Roseboom

vrijdag 2 augustus. Zon, 35°C

Om kwart over vier stond ik op en tja, wat moet je zeggen over twee vluchtjes van anderhalf uur behalve dat het druk was op Schiphol toen ik daar om vijf uur (’s ochtends!! ) aansloot aan een lange rij en dat ik in Wenen drieënhalf uur moest wachten. In Chişinău werd ik opgehaald en naar Castania / Spectru in Strășeni gebracht. Castania zijn drie blokhutten op het terrein van verpleeghuis Spectru. De eerste indruk van Moldova was dat dit land nog duidelijke sporen draagt van Russische invloed. Grote woonflats, slechte wegen en oude auto’s over brede straten. In het huis werd ik hartelijk ontvangen, maar niemand sprak ook maar één woord Engels. Ik werd naar een gezellige blokhut gebracht en begreep dat ik iets te drinken zou krijgen in het verpleeghuis. Daar belde Rodica naar Claudia (coördinator) die mij telefonisch wegwijs maakte en ook kwam Rodica op het idee om haar nichtje Victoria te bellen. Zij sprak Engels en fungeerde even later als tolk en we spraken af dat ik met dit aardige 17-jarige meisje zondag naar Chişinău zou gaan. Daarna ging ik even het dorp in om te pinnen. Terug in het huis hielp ik de rest van de dag met huishoudelijke klussen. Om negen uur (een uur vroeger dan in Nederland) was ik klaar en ging naar m’n blokhut. Het was inmiddels helemaal donker.

zondag 4 augustus. Zon, 34°C

Tegen half negen geholpen met bewoners uit bed halen, met het ontbijt, hh-klussen gedaan en ontbeten. Tegen elf uur met Victoria naar het station gelopen en met een minibus naar Chişinău. Oude kleine busjes  rijden heen en weer tussen diverse plaatsen. Bijzonder is dat mensen instappen, gaan zitten en dan het busgeld aan elkaar doorgeven voor de chauffeur. Als je als toerist ineens een paar Lei in de handen gestopt krijgt, weet je niet echt wat je moet doen. In de stad stapten we over op de trolley en liepen even later langs grote pompeuze gebouwen, over brede staten en door parken naar het Centrale Plein met de met Arc waarachter de klokkentoren (Nasteréa Domhulul) en de Orthodoxe Kathedraal (Scuarul Catedralei). Op zondag wordt in Moldova overal getrouwd. Ook vandaag heb ik tientallen bruidsparen gezien en we woonden een deel van de plechtige ceremonie bij in de kathedraal waar tegen het decor van een enorme iconotase een paar werd getrouwd. Bijzonder was, dat er voortdurend een wisselwerking was tussen de priester en het paar. Na de dienst hebben we iets te eten en drinken gehaald en op een bankje in het park opgegeten. Ondertussen trok Chişinău aan ons voorbij, want het was druk in het park. Daarna zetten we onze trip voort. Ook Victoria vond het leuk om zo de stad te verkennen, dat deed ze zelf nooit. We bekeken imposante gebouwen, liepen door met bomen omzoomde straten, over markten en waren te vinden in parken. Ondertussen vertelden we elkaar over de eigenschappen en gewoontes van onze landen. Tegen vier uur wandelden we door het Stefan cel Mare (Central Park) langs de grote fontein naar een bankje, waar we met ijs keken naar inwoners die op de klanken van een blaasorkest gezellig met elkaar dansten. Daarna liepen we terug naar de bus. Onderweg nog even de Petru Movilã (?) kerk in en met de minibus terug naar Strășeni. De hele dag kostte mij ongeveer € 5,-! In Spectru werden we verwelkomd met koel sap en macaroni. Ik ging een half uurtje naar m’n blokhut en daarna heb ik in het huis geholpen tot het donker werd. Helpen betekende vandaag mensen naar bed brengen en kamers dweilen.

maandag 5 augustus Zon, 35°C

Om acht uur naar Spectru gegaan, waar ook nu niemand was die Engels sprak, niet echt bemoedigend, maar om half negen werd dat anders toen Veronica, de manager en Claudia haar rechterhand op het centrum kwamen. Beiden spreken goed Engels en maakten mij wegwijs. M’n eerste klus was oefeningen doen met de bewoners in de tuin aan een hek en daarna heb ik voor zover dat mogelijk was, een eindje gewandeld met een paar bewoners. Buiten het hek is dat niet mogelijk; de straat is een ongelijk pad van zand, stenen en diepe geulen. Kamers schoonmaken was m’n volgende klus en nadat ik geholpen had met de lunch (een soort pap met een sneetje brood en kom soep) naar m’n huisje gegaan en daar geluncht. Ik vond behalve de soep het eten niet lekker. Terug in het huis met Veronica gepraat over de situatie van ouderen in Moldova; die is slecht. De overheid doet vrijwel niets voor ouderen. Ze ontvangen een pensioen van ongeveer € 20 per maand en soms niets omdat ze niet zijn geregistreerd en dus op papier niet bestaan en zorg is er niet bij. Van het geld moeten ze niet alleen eten, maar moet in de lange winter ook de kachel branden en kolen zijn duur. Er bestaan bejaardenhuizen, maar volgens Veronica kun je dan beter dood zijn. In die huizen liggen tientallen mensen op een zaal in gore bedden met slecht eten en nauwelijks zorg. Op het platteland zijn veel ouderen zonder verzorging en zij sterven soms in hun eigen vuil of van de kou. Neo Humanist, waartoe dit huis, de thuiszorg en de dagopvang behoort is een van de heel weinige organisaties in Moldova die zich het lot van de ouderen aantrekt en dit soort organisaties wordt volledig gesteund door het buitenland. Wat betreft Neo Humanist is Nederland de hoofdsponsor. Na nog een poosje helpen in het huis ben ik tegen de avond het dorp ingegaan. Een wat vervallen dorp met kleine huisjes, kapotte straten en enorme woonflats. Alleen de doorgaande weg door het dorp is wel mooi, doordat er veel bomen staan. Ik liep door het centrum naar de buurt waar die woonflats staan en keek rond. Twintig jaar geleden was ik in Oost-Europa en Rusland en er lijkt niets veranderd. Dezelfde vervallen portiekflats met betonnen trappenhuizen en armoedige speeltuintjes. Alleen het speeltuig was hier en daar wat moderner. Ik slenterde terug door wat het centrum heet naar Spectru, haalde m’n avondeten op, waarbij ik vroeg de pap te vervangen door brood en ik kreeg daarbij een potje jam mee. Heel wat beter dan die pap. De rest van de avond bracht ik door in m’n blokhut.

dinsdag 6 augustus. Zon, 35°C

Na het lekkere ontbijt ging ik met Victoria en Anatoli, de chauffeur/klussenman naar Orheiul Vechi een kloostercomplex in Orheiul. The complex is situated at an “S” shaped bend in the Raut River with picturesque views of the river, and the fields that surround it. It is the most famous tourist attraction in Orhei and possibly Moldova. We wandelden een S-vormige heuvel op en zaten een poosje in de schaduw van een monument in het gras om de mooie omgeving in ons op te nemen. Ondertussen vertelde Anatoli iets over vluchtelingen die hier in de 14 eeuw in uitgehakte holen in de rotsen schuilden voor De Gouden Horde, een leger van Mongolen en Tartaren (latere Turken). Na een uur wandelden we naar beneden en door het dorp Orheiul terug naar de auto en bezochten een klein museum met meer dan duizend jaar oude opgegraven voorwerpen. Om twee uur waren we terug en nadat ik in m’n huisje had gegeten heb ik de rest van de dag in het huis geholpen en plezier gemaakt met bewoners zoals dansen met Wassili, die me bedankte met een stralende glimlach en dat de rest van de dagen bleef doen. Ik had een vriend gemaakt… De bewoners leerden me al aardig kennen. Ze wisten zelfs m’n naam en riepen me regelmatig om me iets in het Roemeens te vertellen en zowaar, soms begreep ik wat ze bedoelden, maar ik had ook regelmatig een tolk nodig.

woensdag 7 augustus. Zon, 36°C

[feiten over Moldova  ▪    maar weinig mensen hier hebben een auto of fiets en gaan lopend of met de minibusjes naar hun werk ▪ als je iemand in een grote nieuwe auto ziet dan kun je ervan bijna vanuit gaan dat er corruptie in het spel is; toen ik op de vraag van Anatoli vertelde dat ik meewerkte aan examens zei hij gelijk dat ik daarmee geld kon verdienen, weliswaar met een lach, maar toch die gedachte is op m’n werk nog nooit opgekomen…. ▪ voor jongeren lijkt de toekomst wat beter, ze zien er redelijk goed uit en op school wordt nu ook Engels gegeven ▪ vrouwen vanaf een jaar of vijfendertig lopen vaak in een jasschort of vormeloze jurk ▪ mannen in een goedkope pantalon en een overhemd ▪ veel mensen zijn dik (eten vet en slecht) of graatmager (geen geld) ▪ mensen zijn zeker niet spontaan, groeten elkaar niet of nauwelijks en kijken meestal naar de grond ▪ volgens Victoria, mijn gidsje en ook volgens Veronica, de manager, is er veel egoïsme  ▪ dit laatste is er voor een deel de oorzaak van dat ouderen het slecht hebben, kinderen werken in het buitenland en hebben ouders aan hun lot overgelaten]

Om zeven uur was ik op en na het ontbijt om negen uur mocht ik mee met de thuiszorg met Viorica thuiszorgmedewerker en Ion arts-assistent. Deze thuiszorg is onderdeel van het project. Ongeveer 30 straatarme oude mensen op het platteland krijgen gemiddeld eens per week bezoek van Home Care. Ze krijgen wat eten, hun gezondheid wordt gecontroleerd en er worden wat klussen bij hen gedaan en in de winter wordt er voor gezorgd dat er tenminste warmte in hun armoedige huisjes is (die trouwens in een aantal gevallen al een beetje zijn opgeknapt en waar betere matrassen naar toe zijn gebracht). Vandaag bezochten we vijf vrouwen en een man. Hun verhalen waren schrijnend. Oud, eenzaam, een zwakke gezondheid , vervallen huisjes, meestal zonder elektriciteit, altijd zonder toilet (kuil in de tuin) en zonder water (put ergens in de buurt). Sommigen hadden in hun leven een operatie nodig gehad, maar niet gekregen en waren nu invalide of blind (geen geld gehad voor bijvoorbeeld een heupoperatie of voor het verhelpen van staar). Samen met de anderen, sprokkelde ik hout, knipte nagels, haalde twee emmers water bij de put, veegde huisjes, maakte de bedden enigszins op (bedden worden door het huis ongeveer eens per maand verschoond) en klopte ladingen stof uit de oude kleedjes en … knuffelde. De mensen waren altijd erg blij als ze de thuiszorg zagen, maar soms huilden ze. Het was een bijzondere, soms emotionele ochtend. Tegen half drie waren we terug, lunchte ik en waste m’n kleren en poetste de poep van m’n schoenen…. Het stof zat tussen m’n tanden. In de middag in het huis geholpen en foto’s van het huis op hun pc geladen. Daarna had ik een uurtje voor mezelf. Buiten zitten is er niet bij. Veel te heet, maar een prima alternatief is m’n gezellige huisje. Toen weer aan het werk in Spectru. Wat denk ik van de zorg in dit huis: met de weinige middelen die beschikbaar zijn wordt zo goed mogelijk zorg gegeven en voor de mensen is het verschil met thuis wonen enorm; ze wonen nu in een paradijs. Het eten is niet slecht, (ik vind het niet lekker, altijd) een kom met pap van macaroni of tarwemeel of maïs of rijst en een stukje brood en ‘s middags soep, maar er is zelfs een stukje fruit en het toetje bij de maaltijd bestaat altijd uit twee snoepjes. Lekker is de karnemelk die ‘s middags wordt geserveerd. Er wordt veel te weinig gedronken. Ik denk dat de liter per dag niet wordt gehaald, ondanks dat de zorg

’s ochtends rond gaat met een fles water en één beker waaruit iedereen een slokje drinkt….. En echt heel erg vond ik die tientallen vliegen die overal op zaten. In de kamers waren tien vliegen geen uitzondering, daar helpt geen doodmeppen tegen. Er zijn wel horren, maar de meestal krom- of niet zelfstandig lopende bewoners laten de deuren altijd open. Opvallend is wel dat zij nauwelijks merken dat er vliegen over hun handen lopen. Verschoning, (redelijke matjes) is er meestal niet meer dan twee keer per dag en dat betekent dat je soms tegen de lucht kunt aanleunen. Er zijn zo’n drie mensen die totaal dement zijn en de hele dag op bed liggen, compleet met decubitus. De bedden zijn redelijk schoon en bewoners gaan ongeveer eens per week onder de douche of worden gewassen. De kamers zijn voorzien van tegelvloeren en worden goed schoon gehouden.

Tot een uur of acht gewerkt, kamers gedweild, afgewassen en de totaal demente Laurenzo eten gegeven. Na enige moeite had ik zelfs contact met hem; hij keek me echt aan en lachte. Geweldig. Daarna nog even tijd voor mezelf in m’n huisje, voor ik ging douchen en naar bed. Een hekel had ik aan al die kleine keffertjes die overal vrij rondlopen. Wat een krengen!

donderdag 8 augustus. Zon, 36°C

Om half acht kwamen de semi- doorknoopjurkjes en jasschorten en de mannen in slecht zittende broeken weer voorbij m’n huisje lopen op weg naar hun werk. Na het ontbijt heb ik met Anatoli en Victoria een kort uitstapje gemaakt naar Capriana een kloostercomplex gelegen in de heuvels zo’n 15 kilometer van Strășeni.  In een perfect onderhouden tuin staan de kloostergebouwen en de kathedraal. Het was er heel stil, slechts enkele monniken waren aan het werk en wat verderop een paar vrijwilligers uit de Oekraïne die de kerk een nieuw verfje gaven. De kathedraal van binnen? Zo mooi! Een prachtige iconostase, prachtige koepels en schitterende altaren. Terug in Spectru ben ik begonnen met het verwijderen van heel veel onkruid op het terras en rondom het huis en stevige klus ook al omdat ik alleen maar een mesje had….. maar toen ik om half zeven ’s avonds, enigszins moeizaam overeind kwam en keek naar de 35 meter pad en het terras dat ik had schoon gemaakt, was ik best tevreden, het was lekker opgeknapt. Heerlijk was het om het terras ook schoon te spuiten in een temperatuur van 36°C. Nadat ik even met het eten en afwas had geholpen vond ik het mooi geweest en had de rest van de avond voor mezelf. Met brood, kaas en jam en koffie in m’n huisje voelde ik me heel tevreden. En het nieuws opende weer met de hitte. Een thermometer in de zon liep binnen een minuut op tot 50°C!

vrijdag 9 augustus. Zon, 36°C

Ik mocht nog een dag mee met de thuiszorg, ditmaal met André, arts-assistent en Viorica. Acht adressen in twee dorpen stonden op het programma. Het is fantastisch werk wat de mensen van Home Care doen. Het gaat niet alleen om schoonmaken en controleren, maar ook om het belangrijke korte contact. Mensen kunnen even hun verhaal even kwijt. Met zoveel mogelijk klusjes uitvoeren, zoals water halen en poetsen en ….knuffelen brachten we de ochtend door, maar ook met veel lachen. De taalbarrière viel best mee, doordat beiden ook een klein beetje Engels spraken. We besloten de rit met ijs eten. André wilde trakteren en ik wilde dat ook. Ik won! En voor mij is drie Moldavische Magnums voor iets meer dan € 0,60 natuurlijk een sprookje! Tegen half drie waren we terug en nadat we samen nog geluncht hadden, namen we hartelijk afscheid. Ik met de belofte dat ik de gemaakte foto’s zou opsturen, zodat ze aan de mensen die we bezocht hadden konden worden gegeven. Inmiddels heb ik dat gedaan. Omdat ik Veronica na vandaag niet meer zou zien, heb ik haar de overgebleven € 25 gegeven van de € 36 die ik had gepind. Je bent hier miljonair als je in Nederland je geld verdient en het hier mag uitgeven. Daarna op bevel (!) van Claudia verplicht rust. Buiten zitten was er niet bij, veel te heet, maar mijn houten huisje was koel. Om een uur of vijf terug naar het huis en een paar uur geholpen met alles wat je zoal tegenkomt, zoals, op verzoek van Claudia, de oprijlaan en de terrassen bij de blokhutten vegen (het oog wil ook wat) en Laurenzo eten geven en afwassen.

zaterdag 10 augustus. Zon, 36°C

De hele dag op het centrum geweest en allerlei klussen uitgevoerd en zoals elke dag ook telkens even geprobeerd contact te maken met de bewoners en gek ondanks de taalbarrière konden we elkaar best begrijpen, zeker als het om concrete zaken ging. Maar de rest van het pad moest nog onkruidvrij en zolang dat deel van de tuin in de schaduw lag was ik op een krukje met een mesje daar te vinden. Na de lunch een uurtje voor mezelf en daarna tot een uur of acht in het huis. Ik ging ook afscheid nemen van de bewoners, want dat wilde ik niet doen op de dag van vertrek en och, sommige lieten een traan. Een beetje moeilijk vond ik het afscheid van m’n Russische oude vriendinnetje. Ze had een klein olifantje van me gekregen en telkens als ik bij haar was, keek ze me met een stralende lach aan en dat maakte dat ik op slag verliefd op haar was geworden…. En dan was er Wassili, die heel erg aardige oudere zieke man. Nadat ik zo’n beetje plat geknuffeld was, ging ik naar m’n huisje en pakte dat wat ik nog over had van m’n bagage in m’n rugzak. Ik ging naar Moldova met een grote reistas en rugzak helemaal vol en ging terug met half volle rugzak. Thuis geen was!

zondag 11 augustus. Zon, 36°C

Al vroeg was ik op, ook door de blaffende hondjes die vannacht best actief waren geweest. Met Victoria ging ik naar de kerk. De dienst begon om half acht, maar het is normaal dat je later binnenkomt en dat kan ik me voorstellen, want pas tegen tienen was het afgelopen. Er was veel ceremonie en ik denk dat de mensen wel meer dan honderd keer een kruisje sloegen en telkens weer knielden en opstonden, ook ouderen met hun stramme knieën. Enigszins lachwekkend vond ik de twee deurtjes bij het altaar. Als een priester iets ging voordragen of zingen of met een of ander religieus voorwerp in de weer ging, dan kwam hij op door een deurtje om “nadat hij zijn ding had gedaan” door het andere deurtje weer te verdwijnen. Soms kwamen alle vier priesters op en verdwenen weer. Bijzonder vond ik dat tegen het einde van de dienst vaders/moeders of oma’s/opa’s met hun baby(klein)kind op de arm een stukje dienst bijwoonden. Terug in het huis nam ik afscheid van Victoria en ging ontbijten. Lekker. Toen had ik nog een paar uur voor mezelf. Eindelijk een boek. Toch nog even een paar mensen in het huis dag gezegd. Om één uur werd ik naar Chişinău airport gebracht en om tien voor vier vertrok ik naar Wenen. Mijn poging om daar met een vroeger vliegtuig mee te kunnen mislukte, het toestel was vol en dus moest ik toch drieënhalf uur wachten. Om half elf was ik op Schiphol, haalde alle treinen en was om half één in Zevenaar en liep door een koele zomernacht naar huis.

April 2013: Soumya Koning uit ‘s-Hertogenbosch,

Groet uit Moldavië

Vorige week reisde ik met Annet Dane voor het eerst van mijn leven naar Moldavië. Ik probeerde blanco te gaan, maar had me er stiekem toch van allerlei voorstellingen van gemaakt. Eigenlijk zag ik er wat tegenop. Armoede, onderdrukking, beelden van Omroep Max, passiviteit. Kortom eigenlijk was ik er wat benauwd voor. Maar een mens moet af en toe ook eens uit haar comfortzone gehaald worden, dus ik stapte op het vliegtuig.

In Wenen was een te korte tussenstop, maar het geluk lachte ons toe, we werden per busje Linéa recta naar ons volgende vliegtuig gebracht door een keurige jonge man. In Moldavië werden we opnieuw opgehaald door Veronica, directrice van het ouderenproject en Anatol, de chauffeur. Hoe chique kan je het hebben. Het land begon zich in snel tempo, net als bij ons, te hullen in een lentekleed van verse groene blaadjes en bloesem.

De temperatuur was hier al meer dan 25 graden. Ruim een half uur later reden we het vers geverfde groene hek van het ouderen centrum binnen. Wat een prachtig geheel ontvouwde zich voor mijn ogen! Links drie mooie houden blokhutten, waarin wij mochten logeren en rechts en voor mij twee mooie witte lage grote gebouwen. Omringd door groen en bloemen. Vooral de rode tulpen vielen op.

Het weekend nadert en er lijkt weinig te doen. We installeren ons in de blokhutten en krijgen ’s avonds een heerlijke vegetarische maaltijd voorgeschoteld, versierd met tomaten, komkommer en dille. Tegenover mijn blokhut staat het opvanghuis voor ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Ze zitten lekker buiten onder de bomen op hun eigen terras. Sommigen slapen al op de tafel, anderen spelen een spelletje of kletsen samen.

’s Nachts is het buurhondje vrij constant aan het keffen en wordt er intensief gecommuniceerd tussen de dorpshonden. Het koor wordt in de vroege ochtend versterkt door ganzen, kippen en kalkoengeschater.  De buurhaan denkt om middernacht al dat het dag wordt. Voor onze huizen schieten vijf jonge kastanjebomen in blad en bloem. Deze plek heet niet voor niets Castania.  Met een kopje thee op een bankje wakker worden en opnieuw een heerlijke maaltijd in de grote eetzaal.

Er logeert nog een Nederlandse vrouw, Frederique, ze is afdelingshoofd in een ziekenhuis in Utrecht. Ze vertelt ons veel, onder andere over de informatie die ze aan de staf heeft gegeven over het omgaan met veel demente mensen tegelijk. Samen met haar gaan we koffie drinken in de hoofdstad Chisinau. Er is nog grandeur te vinden daar, zij het wat vervallen. Pinnen met Maestro blijkt ineens niet meer mogelijk te zijn, maar dankzij Frederique blijven we uit de problemen. De mensen in de stad lijken wat zelfbewuster dan in Strāseni, het dorp waar wij verblijven. Na de koffie en een marktbezoek, pakken we de bus naar huis. Een klein busje dat gaat rijden als het vol is, soms propvol en nauwelijks iets kost.

De volgende ochtend lopen we naar de dorpsmarkt. Een waar spektakel van groenten, fruit, planten en rommelmarktachtige spullen. Door een flinke menigte schuifelen we voort, alles ligt op auto’s, motorfietsen en op de grond uitgespreid. Het hele dorp lijkt uitgelopen en wij vallen op als enige buitenlanders. We nemen rozenplanten mee voor in de tuin. Annet en Frederique gaan ’s middags op excursie naar een beroemde wijnmakerij en komen vol verhalen over lekkere wijnen en een heerlijke maaltijd terug. Nog steeds is het weekend en heb ik nog niet gezien hoe het er in het ouderencentrum aan toe gaat.

Maandagmorgen rond half negen rijdt de witte bus van het centrum vol ouderen de poort binnen. Ze dragen grote tassen met vuile was en geven die af in een van de kamers van het gebouw. Daar draaien 2 wasmachines continu. Intussen gaan de mensen een voor een onder de douche als ze dat willen, ook daar zijn kamers voor gereserveerd. Annet is begonnen met het masseren van mensen en ze heeft er haar handen vol aan. Ik voel me nog wat onwennig en zet de rozen in de tuin. Met een grove grote schep dikke klei in beweging brengen valt niet mee, maar het lukt. De oude tuinman brengt me een kruiwagen compost om bij de rozen te doen. De zon brandt al. Daarna rondzwervend vuil naar de witte bus gebracht die volgeladen werd met vuilniszakken van het centrum. Ik vraag me maar niet af wat er met al dat plastic gebeurd. Ik heb enkele hopen zien liggen langs de straat en in de beek die door het dorp stroomt. Later ruik ik lange tijd verbrand plastic.

Buiten is inmiddels een tafel onder een grote boom gezet en een flinke groep ouderen gaan aan het schilderen onder leiding van de enthousiaste activiteitenbegeleidster Vlade. Zij kan en doet van alles en spreekt vloeiend Engels en geeft graag op al mijn vragen antwoord. Twee stevige oude dames zijn aan het kibbelen en ik vraag Vlada of ze zusters zijn. Nee, het zijn ‘best friends’ vertelt Vlada. Ik lach en als Vlada aan de dames vertelt wat ik gevraagd heb moeten ze lachen. Later zingen ze samen uit volle borst een lied voor me. Af en toe komt er een vrouw in wit schort wat gestrest naar buiten en roept iets. Zij blijkt alle wassen te draaien en haar collega is op vakantie wordt me verteld. Ik vraag of ik haar kan helpen en krijg iets te doen wat ik thuis nauwelijks doe, strijken. En daar ontvouwt zich de armoede, lapjes, theedoeken, vele met gaten, slopen en allerlei langgedragen kleding. Om me heen gebeurt er van alles, vrouwen lopen in en uit, vouwen hun was op, willen niet geholpen worden. Het geweldige keukenpersoneel is een warme maaltijd aan het bereiden voor iedereen. Op een bankje zitten twee mannen te schaken. Er zijn veel bankjes, een groep kijkt tv, een grote met zeer goed beeld.

Morgen wordt bij ons een nieuwe koning ingehuldigd en Annet heeft een trommel stroopwafels, vol geprint met foto’s van Willem Alexander en Beatrix meegenomen. Ons wordt gevraagd iets te vertellen over onszelf. We besluiten de inhuldiging er ook maar bij te nemen. Na een flinke afwas ga ik voldaan aan onze warme lunch.

Dinsdagmorgen schminken we ons met de kleuren van onze vlag, nog nooit ben ik zo koningsgezind geweest. Annet vertelt over de inhuldiging en de positie van ons koningshuis. Vlada vertaalt. Een blinde man zegt goedgemutst: “Het wordt tijd dat er eens een man aan het bewind komt”. Een wat streng ogende vrouw roept fel: “Nee hoor, zodra een man het overneemt gaat het altijd mis!” Er wordt lekker heen en weer geroepen. We delen stroopwafels uit. Dan vertellen we iets over onszelf. De mensen informeren belangstellend naar Bas Jan, de man van Annet die ze heel goed kennen. En vragen mij natuurlijk of ik getrouwd ben. Als ik vertel dat ik alleen woon en geen kinderen heb, roepen ze ach en wee. Ik vraag hen of ik er ongelukkig uitzie, nee, bekennen ze. Een oude pittige man voelt er wel wat voor om iets met me te beginnen, alles gaat er gemoedelijk aan toe. Hij vraagt ook welke religie ik aanhang. “De religie van het hart”, antwoord ik en hij klapt in zijn handen: “Bravo!”. Dit had ik niet verwacht. Uiteindelijk zingen ze nog een lied voor ons. Een van de vrouwen lijkt erg nors en maakt geen contact, als de groep echter uitgezongen is, begint zij een schitterend lied. Haar prachtige operastem raakt mijn hart. Later schuif ik aan bij de Engelse les van een enthousiaste Amerikaanse vrouw die bij het Peace Corps werkt en enkele jaren haar tijd aan diverse projecten in Moldavië geeft.

De volgende dag bezoeken we een klooster dat aan een klein meer ligt. De heuvelachtige omgeving staat in bloei en binnen glinstert het goud van de iconen ons tegemoet. Het is 1 mei en er komen geen ouderen.

Onze laatste dag alweer, we kennen inmiddels de mensen wat beter. Vooral Annet heeft bijzondere ontmoetingen tijdens haar massages. Tot op het laatste moment staan er mensen op haar te wachten, na de vrouwen, volgen de mannen. Om 1 uur lunchen we samen met alle ouderen, de maaltijd verloopt stil, iedereen is met eten bezig. Sommigen nemen eten mee voor ouderen die niet kunnen komen. Een vrouw neemt alles wat over is mee naar huis, omdat ze geen cent heeft. We worden plat geknuffeld als we vertrekken, ik krijg van mijn potentiële echtgenoot een enorme tak seringen die hij mij stralend overhandigd. Zijn ogen branden wakker en voor hij me bereikte, zwaaide hij al met de wandelstok dat ik geduld moest hebben omdat hij moeizaam liep. We gaan met z’n allen op de foto en Anatol zet onze bagage weer in de auto. Mijn hart staat wagenwijd open en alhoewel ik heel goed zie hoe arm dit land is, is er een rijkdom aan warmte. De staf is een schitterende groep mensen die alles uit de kast haalt om de ouderen te ondersteunen en ik heb diepe bewondering voor iedereen die op de een of andere manier aan dit project bijdraagt.

Een dankbare Soumya Koning.

Oktober 2012: Dirk en Jannie Visser uit Amersfoort,

Van 4-20 september hebben wij vakantie gehouden in één van de drie vakantiehuisjes op het terrein van het ouderenproject in Straseni dat door de stichting Ouderenzorg Moldavië wordt gesteund. Voor Moldavische begrippen zijn deze vakantiehuisjes luxe, voor Nederlandse begrippen eenvoudig. Maar alle voorzieningen die je tijdens een vakantie nodig hebt, zitten erin. Ze zijn praktisch en prettig ingericht, met de mogelijkheid zelf te koken en goede bedden. Wij hebben er met veel plezier in gebivakkeerd.

Dat deze huisjes op het terrein van het ouderencentrum staan, hebben wij als een groot voordeel ervaren. De mensen die daar werken, zetten zich niet alleen helemaal in voor de ouderen, maar ook voor de vakantiegangers. Voor een schappelijk bedrag halen en brengen ze je van het vliegveld. Bij uitstapjes fungeert, indien gewenst, één van hen als chauffeur. Verder geven zij tips voor de uitstapjes die je zelf wilt maken. Ook is er de mogelijkheid in het centrum alle maaltijden te gebruiken. In principe zijn die vegetarisch, maar met de wensen van vakantiegangers wordt rekening gehouden. Elke dag kun je bepalen welke maaltijden je in het centrum wilt gebruiken. Er is ook in de stad volop gelegenheid goedkoop te eten. Wij hebben deze keer meestal in het centrum gegeten. Mogelijk dat we een volgende keer vaker buitenshuis eten of zelf een maaltijd klaarmaken.

Wat weldadig aandoet, is de grote gastvrijheid. Dat hebben we niet alleen in het centrum ervaren. Meer dan eens zijn we gastvrij onthaald door Moldaviërs die we helemaal niet kenden. Wij hebben veel van dit prachtige land gezien in een tijd van het jaar dat de zon elke dag volop scheen.

Ook hebben we kennisgemaakt met de ouderenzorg in Straseni en omstreken, die o.a. gesponsord wordt vanuit Nederland. We zijn diep van onder de indruk van wat er in en vanuit dit centrum voor ouderen wordt gedaan, vooral als je bedenkt dat ouderenzorg in Moldavië nog helemaal in de kinderschoenen staat.

Zijn er geen minpunten? De wegen in Moldavië zijn voor het grootste deel slecht. Er is veel armoede en werkloosheid. Het is goed om ook met die schaduwkanten kennis te maken, om te zien hoe beheerst de meeste mensen in Moldavië daarmee omgaan. Het is daarom goed dat er meer toeristen komen. Zij zijn daar blij mee. Dat hebben we gemerkt.

Wij hebben een onvergetelijke vakantie gehad. Wij hopen een volgende vakantie weer naar Moldavië te gaan, en dan weer een vakantiehuisje in Staseni als uitvalsbasis te nemen.

September 2012, Marjo van Rumpt uit ‘s-Hertogenbosch

01

Foto 01

Lieve Mensen,

Zoals beloofd zou ik jullie mijn ervaringen van mijn reis naar Moldavië vertellen.

Afgelopen woensdag ben ik terug gekomen, vol verhalen en mooie en minder mooie beelden in mijn hoofd. Het was vooral een indrukwekkende, enerverende, maar ook mooie ervaring.

Allereerst werd ik warm verwelkomt door de mensen die met hart en ziel werken in het project van de stichting Ouderenzorg Moldavië.

Het huis staat in Straseni, een kleine plaats op 25 km afstand van de hoofdstad Chisniau. Moldavië is een oude sovjetland en dat zie je aan alles. De huizen zijn oud, vervallen en vies. De wegen slecht en kapot en de mensen uitgeblust en mat. Daarbij is het project een oase, waarin goed voor de ouderen wordt gezorgd, met veel liefde een aandacht.

Op het terrein, staan twee oude school gebouwen die zijn omgebouwd, één tot verpleeghuis waar zo’n 25

Foto 02

Foto 02

ouderen wonen en in het andere gebouw is een dagcentrum, keuken, wasruimte, douches en kantoren voor het personeel. Mooie tuin erom heen, waarin groenten worden gekweekt en fruitbomen staan. Hierin kunnen de ouderen van het verpleeghuis heerlijk vrij rond lopen. Een van de vrouwen met Alzheimer, plukte iedere avond een arm vol met Pioenrozen. Deze werden dan weer in vazen gezet of uitgedeeld aan de mensen van het dagcentrum. Niemand die haar daar in tegen hield. Wat heerlijk dat dit kan.

In het dagcentrum komen ouderen, lopend of worden opgehaald met een busje, rond een uur of 9.00, ze kunnen dan een douche nemen, hun was wordt gewassen, ze hebben wat activiteiten, zoals geheugentraining, gymnastiek, spelletjes enz. en krijgen om 13.00 uur een warme maaltijd. Om 14.00 uur worden ze dan weer thuis gebracht. Er wordt ook veel gezongen en gedanst.

Ik heb veel tijd met de ouderen in het verpleeghuis doorgebracht. Wat er gebeurd is dat veel ouderen in Moldavië eenzaam achter blijven, omdat hun kinderen naar het buitenland trekken om geld te verdienen. Ik heb hierom veel verdriet gezien, als ik de mensen wat warmte en knuffels gaf kwamen de tranen. We hebben ook veel plezier gehad, gezongen en spelletjes gedaan of een wandelingetje gemaakt met mensen in een rolstoel. Ik heb een heel voldaan gevoel en gezien dat wat je geeft erg belangrijk is. (Zie foto’s 02)

Met de ouderen in het dagcentrum heb ik minder tijd door kunnen brengen, omdat we iedere ochtend van 10.00 uur tot 13.00 uur training hebben mogen geven aan het personeel van het project. Ze hebben geen geld om dit in te kopen, omdat ze het project draaiende moeten houden van giften en er zoveel basale dingen aangeschaft moeten worden voor de ouderen. Het personeel, allen uit Moldavië, is in de eerste instantie allemaal als vrijwilliger begonnen met werken daar en zijn nu in loondienst voor een klein bedrag. Ze zijn dus vaak niet echt geschoold voor het werk dat ze doen, maar hebben allemaal een groot hart voor de ouderen. De directeur, twee maatschappelijkwerkenden, twee verplegers en een Pr medewerker zijn geschoolde medewerkers.

Samen met het keuken personeel en de verzorgende vormen ze het team, ongeveer 20 mensen. Vanuit het project werd aangegeven dat er grote behoefte was aan een communicatietraining, deze hebben we hen aangeboden, waar ze erg blij mee waren. Ze willen volgend jaar graag een vervolg, dus wie weet!!! Ik vond het geweldig om te doen, zeer gemotiveerde mensen. (Zie foto’s 01, op de groepsfoto het personeel en Pieternel, rechtsonder, waarmee ik deze training heb gegeven)

Mijn meest waardevolle ervaring en tegelijk ook de meest ingrijpende was een dagje mee met de thuiszorg, bestaande uit een maatschappelijkwerkster en een verpleger. Je ziet het soms op de tv, leest erover, maar als je er tussen in staan het ziet en het ruikt is het toch anders.

We zijn die dag bij 6 adressen langs geweest op het plattenland, dan zie je echt hoe arm het land is en hoe weinig er geregeld is voor de ouderen. Het team gaat 1 x per week langs bij zo’n 40 ouderen, brengen wat te eten. Deze keer was dit een brood, een zak macaroni, een halve liter melk en een blikje tonijn in tomatensaus. Verder wordt er medisch een beetje gekeken wat er nodig is en eventueel medicatie meegebracht. Niet te vergelijken met wat mensen bij ons krijgen van de thuiszorg. Er werd niemand gewassen of hiermee geholpen. Er zijn geen voorzieningen zoals steunkousen, rollators, tilliften enz. De omstandigheden waarin sommige ouderen wonen zijn te vergelijken met hoe sommige dieren leven. Zonder elektriciteit, geen stromend water, kapotte ramen, daken die lekken enz. Nu was het 26 graden , maar in de winter kan het flink vriezen daar. Ik was bij een man van 79 jaar die leefde in een schuurtje waarin zeker 20 palen stonden, om het dak te behoeden voor instorten, buiten stond een grote bak met water waarin hij zijn broek had staan, die vuil was van de incontinentie. Water moest hij halen uit een put, zo’n 100 meter vanaf zijn huis over een hobbelig terrein, hij was zeer slecht ter been. Dus de mensen van de thuiszorg moesten dit voor hem doen. Geen elektriciteit, warmte kreeg hij van een klein houtkacheltje. Er waren geen familie of buren die voor hem zorgden. Eigenlijk een onhoudbare situatie. Er was op dit moment geen plek in het verpleeghuis voor hem, dus……. ?

03

Foto 03

Er was ook een vrouw die een goed huis had, maar nu leefde in haar schuur, omdat ze een open been had en niet meer het trapje op kon voor haar voordeur. Ze moest buiten koken onder een afdakje. Een andere situatie van een familie, bestaande uit een zwakbegaafde vrouw met drie kinderen en een oude vader. De oude vader was uitgehongerd toen we kwamen, hij leefde in een vieze oude schuur op de lemen vloer, waarop een enorme bende vieze troep lag. Het stonk er verschrikkelijk. Vieze matrassen en dekens op het bed. Aan de andere kant van het schuurtje was nog een kamer, daar zat een kleine jongen van ongeveer 9 jaar, wat melk te drinken uit een jampotje. Ook daar was het een enorme rotsooi en een meisje van 12 jaar deed het “huishouden”. De oude man werd niet verzorgd door zijn zwakbegaafde dochter. De vrouw was met haar jongste kind van een half jaar op pad. Het was echt heel erg. De kinderen en de oude man zaten onder de luizen en de ontstekingsplekken. Een wonder dat ze het allemaal nog overleven.

Voor de geweldige mensen die dit werk doen en die dit iedere week weer moeten zien en zo weinig kunnen doen is het ook vreselijk moeilijk.

Jullie zien, ik zit er nog vol van en was heel blij dat ik mede door jullie giften iets kan bijdragen aan de ellende daar. (zie foto’s 03)

Het geld zal dan ook heel goed besteed worden. Voor iets extra’s, waar ik eerste over schreef, was het bedrag te groot, bovendien was er die week al een kinderdag georganiseerd, waar het personeel het al druk genoeg mee had.

Ik heb dan ook afgesproken dat ze het kunnen besteden, daar waar dit het hardst nodig is. En dat zijn hele basale producten, die ieder jaar weer terug komen in de kostenposten, zoals nieuwe matrassen, zeeppoeder en gasflessen voor de thuiszorg, linnengoed, matrassen en zeeppoeder voor het verpleeghuis en er zullen zomerschoenen en zeep aangeschaft worden voor de mensen van het dagcentrum. Ik krijg daarover nog bericht over, waaraan en wanneer het geld is uitgegeven en ze sturen mij daarvan een foto. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed besteed is. De mensen daar en ik ook zijn jullie zeer dankbaar voor jullie giften en ik zal zeker blijven werven op allerlei manieren!

Ik ben heel blij dat ik daar geweest ben en met eigen ogen heb gezien hoe het daar is en dat er heel goed werk wordt gedaan door de mensen van de stichting Nahdam en de neohumanisme organisatie.

Ik stuur jullie nog maar een keer de websites toe en hieronder een bedank mailtje van de stichting voor de gift.

www.ouderenzorgmoldavie.nl
www.neoumanist.md

Met lieve groeten Marjo

2011, Dominique

Bijna 2 weken mocht ik mee beleven met de “elderly” van Rasarit en Spectru. Het werk, de activiteiten doen met bewoners en bezoekers voelde niet als werk. Ik vond het fijn om onder hen te zijn. Leuk om ze te leren kennen. De prettige sfeer en de gastvrijheid van het personeel maakt dat je je meteen thuis voelde.

De dagen met de home care waren aangrijpend. Hoe mensen moeten leven in moeilijke omstandigheden! Je kunt te weinig doen maar al heb ik maar klein beetje gedaan, het geeft zeker voldoening.

Oktober 2011, Harmke Nijhoff uit ‘s-Hertogenbosch

Een week in Straseni.

Deze week was heerlijk!! Was hier voor de 2e keer en het voelde bij aankomst of ik er gisteren nog was.

Heb met Vlada gewerkt met de dagopvang. We hebben gekleurd en kaarten gemaakt (en gezongen). Met de bejaarden hebben we gekletst, matjes gemaakt en de kamer schoon gemaakt. Met dat schoon maken zijn we eigenlijk begonnen en dat was tegelijkertijd een goede kennismaking met het huis en de mensen. Vooral degenen die de hele dag op bed liggen kon je zo aandacht geven en leren kennen.

Maandag kwamen Basjan en Karel ook hier, Peter was al een dag eerder aangekomen. Het was erg gezellig met elkaar.

Het aller- aller leukste was gisteren een dag klussen met de mensen van de thuiszorg. We knapten een gammel huisje op van een oude man in het buitengebied. Heb genoten! Wat kun je toch veel doen in 1 dag als je de handen uit de mouwen steekt. Wanden, kozijnen, deuren en plafond witten en schilderen. Zeil leggen over de oude houten vloer. Nachtkastje uitmesten en veel weggooien. Terloops een wasje doen in een oude emmer.

De ramen kregen dubbel glas, de stoep is hersteld en kreeg een leuning.

Tussen de middag samen met Gregor (de oude man) bruine bonen gegeten met zonnebloemolie, zout en rauwe ui. Een heerlijk eenpansgerecht.

Onder m’n nagels en op m’n handen neem ik de felblauwe verf als souvenir mee naar Nederland. En veel meer aan souvenirs: warme woorden, dankbare blikken, schaterende lachen en een geweldige kracht die je hier voelt onder de mensen, om dóór te gaan en er wat van te maken!

Het is wel heel duidelijk dat armoede niet alleen met geld te maken heeft. Rijkdom is hier wel degelijk aanwezig.

Afgezien van het hondengeblaf en hanengekraai ’s ochtends vroeg en de (behoorlijk agressieve) muggen was het verblijf hier een feest

Oktober 2011, José uit ‘s-Hertogenbosch

Ik sluit me graag bij Harmke aan. Voor mij was het de eerste keer hier maar ik heb er enorm van genoten. Vooral van de mensen, zoveel warmte ondanks de armoede. Rijkdom vanuit het hart.

Ik heb met de activiteiten meegedaan de dag dat er iemand kwam om te kalligraferen. Iedereen vond het erg leuk, vooral de eigen naam schrijven. Ik heb Harmke geassisteerd bij het teken- en kleurwerk.

Ook ben ik een dag met Home Care mee geweest: een dag om nooit te vergeten. We bezochten 10 mensen in verschillende situaties. Het heeft veel indruk om me gemaakt, temeer omdat ik weet hoe de Thuiszorg in Nederland werkt.

Ik zal nog enige tijd nodig hebben om het een en ander op me in te laten werken.

Geerthe

Hallo beste lezer,

Voor het eerst hier samen met Carla (4e keer) en Ireen en Nico (ook 1e keer).

Ik heb tijd nodig gehad om de grote contrasten in dit land te verwerken en ervaar het centrum als een oase in de woestijn. Het contact met de ouderen en de staf is heel open.

De verhalen van levensgeschiedenissen soms/vaak hartverscheurend. Het prachtige gezang zo authentiek en vol melancholie. Bijzonder ontroerend.

Wij zijn hier 2 weken rond Pasen. Ook heel bijzonder hoe hier Pasen en een soort Allerheiligen gevierd wordt.

Ik ben hier om de staf (en zo bleek ook een prachtige uitwisseling van kennis met de ouderen) om iets te leren over het maken van natuurlijke medicijnen. Arnica zalf e.d., massage olie.

Heel bijzonder hoe dat is voorbereid. De ouderen hadden al kruiden verzameld en op een prikbord gehangen zodat we goed konden uitwisselen over hun kruiden.

Ook had ik vilt meegenomen om bloemen te vilten en ‘geluksstenen’ te maken, erg leuk om te doen.

Ik heb me erg welkom gevoeld en vertrek met een warm hart en een herinnering die heel veel indruk heeft gemaakt.

Naast het werk op het dagactiviteitencentrum heb ik ook genoten van het struinen over de markten, vooral op de zondagochtendmarkt hier in Straseni. In Chisinau op de eindeloos grote voeding- en kledingmarkt en de kunstmarkt.

Het wandelen door alle straatjes hier in Straseni en alle zinken dagen bewonderd, de bloemenhoofddoeken en de lentetooi van alles wat in bloei staat.

Om 19.30 uur de 2 koeien die thuis komen iedere dag, een mooi beeld.

Een bijzondere tijd die ik rustig zal laten bezinken.

Karel, Jan en Basjan

Beste lezer,

Voor ons is het een jaarlijks feestje om hier weer een weekje te komen klussen en te ervaren hoe de projecten hier lopen.

Ieder jaar zijn we weer diep onder de indruk van de sfeer en warmte waarin de staf en de ouderen hier met elkaar omgaan.

Het blijft een privilege om daar een kleine bijdrage aan te mogen leveren.

Bijzonder deze keer was het plaatsen van een herinneringssteen aan Willemijn Haver, die niet in de gelegenheid is geweest om dit project te bezoeken, maar middels haar nalatenschap een enorme bijdrage heeft gegeven.

Ook een dag klussen bij een thuiszorgoudere heeft grote indruk gemaakt.

Veel succes en dank voor jullie bijdrage!

Annemieke Schouten uit ‘s-Hertogenbosch

Voor de 3e keer met Isabella hier in Straseni.

De blokhut is intussen een vertrouwde omgeving voor ons.

Ook dit keer is Isabella weer veel met het Home Care team op pad geweest en dat is echt hard werken. Er worden gemiddeld 8 bezoeken per dag afgelegd in verschillende dorpen rondom Straseni. De ouderen hebben geen stromend water in huis dus er moeten emmers water gehaald worden bij de put zodat ze weer even vooruit kunnen. Er wordt flink schoongemaakt, bloeddruk gemeten, wat aan persoonlijke verzorging gedaan (haren en nagels geknipt), indien nodig medicijnen uitgedeeld, een voedselpakket achtergelaten en wat héél belangrijk is: een luisterend oor geleend. De ouderen zijn vaak heel eenzaam dus kijken uit naar de aanspraak. De wegen zijn over het algemeen in erbarmelijke staat dus het autootje heeft heel wat te verduren!

Ik probeerde me nuttig te maken in Spectru. Was ophangen/afhalen en vouwen, helpen met eten ronddelen en als het nodig is voeren, afwassen en opruimen.

Zo krijgen de verpleegkundige en haar assistente een heel klein beetje lucht. Met 2 personen een 24-uursdienst draaien van verzorging tot schoonmaken voor 20 personen is een heel zware taak.

Aan het eind van de middag als het niet meer zo warm is, een paar rondjes over het terrein maken met degenen die in een rolstoel zitten, zodat ze even van hun vaste plek op het terras afkomen. Jammer dat buiten de weg zo slecht is, een straatje om is echt niet mogelijk.

’s Avonds een spelletje doen of met handen en voeten en een paar woorden Russisch een gesprek voeren, een handmassage geven, maar soms is gewoon een hand vast houden ook al voldoende.

Met de mensen van de dagopvang maken we ieder jaar een uitstapje met de bus. Dit jaar waren we zelfs met 2 bussen en het doel was het Historisch Museum in Hincesti. Fantastisch, net een schoolreisje. Direct werd er prachtig meerstemmig gezongen en gingen er hapjes en fruit rond. De meeste mensen komen hun dorp niet uit dus de reis alleen al was een belevenis. Maar ook in het museum was er een enorme aandacht voor de uitleg.

We hebben heel veel bewondering voor de hele staf die hier iedere dag weer vol zorg is voor de ouderen, het is een niet geringe taak. Ook wij voelden ons weer met veel warmte en zorg omringd en het was dan ook even flink slikken bij het afscheid. Maar hopelijk Tot Ziens!